Interactief voorlezen
Wist je dat de basis voor het latere begrijpend lezen al bij de peuters en kleuters gelegd wordt? Via begrijpend luisteren leren kinderen over taal en de wereld om hen heen. Ze leren strategieën om goed te luisteren naar de inhoud van een verhaal. Allemaal vaardigheden die later nodig zijn om begrijpend te lezen.
De boeken in Piramide worden interactief voorgelezen. Dat wil zeggen dat voor, tijdens en na het voorlezen gesprekjes gevoerd worden over de gebeurtenissen in het verhaal. Zowel de juf als de kinderen kunnen hiertoe het initiatief nemen. Kinderen beleven het meeste plezier aan het voorlezen van boeken als ze als ze het verhaal en de gebeurtenissen goed begrijpen. Op het verhaal reageren helpt hierbij en zorgt daarbij ook voor groter leesplezier en meer betrokkenheid.
Begrijpend luisteren
In Piramide is structureel aandacht voor begrijpend luisteren door interactief voorlezen.
Begrijpend luisteren begint met het zelf kiezen van een mooi en aansprekend boek. Het helpt als je een boek kiest dat je zelf geweldig vindt, zo breng je je enthousiasme makkelijker over. Natuurlijk sluit het boek aan bij het thema, de belevingswereld van de kinderen en de zone van de naaste ontwikkeling.
Kinderen houden van herhaling, ze genieten hiervan. Daarnaast leren ze er ook van. Het boek dat je centraal stelt, komt per project dan ook meerdere keren aan bod in activiteiten en spel. Het boek wordt in elke projectstap op een andere manier interactief voorgelezen, met verschillende doelen en strategieën. Dit wordt ook wel ‘Close Reading’ genoemd.
Hoe stimuleert Piramide begrijpend luisteren?
Piramide werkt met vier strategieën voor begrijpend luisteren. Deze strategieën worden per projectstap aangeboden via verschillende leuke werkvormen. Het zijn er teveel om allemaal in dit blog te benoemen! Maar hieronder krijg je een mooie indruk van de werkwijzen die Piramide zoal inzet om de strategieën van begrijpend luisteren aan te bieden.
- Voorspellen, voorkennis ophalen en visualiseren
Introduceer het boek op een leuke manier, bijvoorbeeld via een handpop of een vertelkoffer met voorwerpen die met het verhaal te maken hebben. Je bekijkt alles met de kinderen en vraagt waar dit over zou kunnen gaan. Blader vervolgens het boek door en toon de illustraties. Stel vragen om eerste reacties uit te lokken en voorkennis op te halen. Denk ook aan vragen als “Als je je ogen sluit en je stelt je voor dat je in het boek stapt, wat hoor/zie/voel/ruik je dan?” Zo visualiseren de kinderen het verhaal. Laat onder woorden brengen waar ze denken dat het verhaal over gaat. Maak woordkaartjes met nieuwe woorden of begrippen en herhaal deze in alle projectstappen. - Samenvatten
Blader door het boek en laat de tekeningen zien. Met je eigen woorden vertel je wat je denkt bij de platen. Introduceer pictogrammen die het begin, midden en eind van een verhaal symboliseren. Koppel hieraan ook drie plaatjes uit het boek die het begin, het midden en het eind van het verhaal laten zien. Hardop denkend koppel je het pictogram ‘begin’ aan de start van het verhaal. Dit doe je ook bij de pictogrammen ‘midden’ en ‘eind’. Vervolgens lees je het verhaal voor. Achteraf kun je enkele vragen stellen over het boek. - Verhaalstructuur
Haal de voorkennis op en lees het boek weer voor. Daarna speel je een aantal scènes uit het boek na in de poppenkast. Gebruik meerdere poppen (maak eventueel zelf sokkenpoppen) en passende voorwerpen. Zorg dat de drie stappen uit het boek (begin, midden en eind) aan de orde komen in het voorspeelstukje. Vervolgens spelen de kinderen zelf een kort stukje uit het verhaal na, waarbij je de pictogrammen gebruikt. - Vragen stellen, afleiden, verbinden en evalueren
Het verhaal is nu goed bekend. Je gaat meer in op de details van het boek. Laat de voorkant van het boek zien. Hoe heet het boek? Met welke letters is het geschreven? Welke letter staat vooraan, middenin, achteraan? Welke letter uit de titel van het boek zit ook in jouw naam? Lees het boek voor zonder onderbrekingen om het leesplezier en de literaire beleving te bevorderen.Deel de drie plaatjes uit strategie 2 uit en zorg dat er setjes van te maken zijn. Ieder kind krijgt een plaatje uit het boek en mag nu twee andere kinderen zoeken die het verhaal met hun plaatje compleet maken. Laat de kinderen aan elkaar vertellen wat er op hun plaatje staat. Zo vormen ze samen het verhaal uit het boek.