Natuurlijk lezen we kinderen dagelijks voor. We genieten samen met hen van de sfeer, het verhaal, de illustraties en de gesprekjes eromheen. We weten hoe belangrijk dit taalaanbod is voor de woordenschatontwikkeling van de jonge kinderen.
Bekijk Piramide materialen >
Jong beginnen
Het loont om al vroeg te beginnen met voorlezen. Hoe jonger kinderen zijn als hun ouders van start gaan met voorlezen, hoe groter hun woordenschat is op 2-jarige leeftijd. (Debaryshe, 1993). Baby’s die worden voorgelezen, lopen op een leeftijd van 15 maanden voor in hun taalontwikkeling, en breiden die voorsprong vervolgens verder uit (Van den Berg & Bus, 2015). Ga dus lekker samen met baby’s op schoot boekjes ontdekken!Het voordeel van interactief voorlezen
Interactief voorlezen geeft de taal- en leesvaardigheid van kinderen een nog stevigere impuls dan ´gewoon´ voorlezen. Kleuters die vragen krijgen over afbeeldingen, karakters en gebeurtenissen in het verhaal, boeken in een meta-analyse van 16 studies meer vooruitgang op hun woordenschat dan kleuters die ‘normaal’ worden voorgelezen.Maak voorlezen nog leuker
Door samen met kinderen te praten en te spelen over het boek, de personen en het avontuur in het boek, maak je voorlezen nog leuker! Door interactief voor te lezen, dus het voorlezen waarbij kinderen op het verhaal, op jou en op elkaar mogen reageren, zorg je ervoor dat er veel meer gebeurt in betrokkenheid en ontwikkeling van de kinderen. Kies allereerst een goed boek. Een mooi verhaal, duidelijke hoofdpersonen, goede illustraties en een verhaallijn waar kinderen zich mee kunnen identificeren. Laat het aansluiten bij het project in je groep en de leeftijd en belevingswereld van de kinderen.Kracht van herhaling
Kinderen begrijpen een verhaal pas echt goed als het vier tot vijf keer hebben gehoord. Ze ontwikkelen een diepgaander begrip van het verhaal en de woorden door het herhaald voorlezen tijdens een aantal weken van een project. Jonge kinderen zijn niet voor niets gek op herhaling.Gebruik de vier Piramide-stappen bij interactief voorlezen
Stap 1: oriënteren
Introduceer het verhaal, het boek. Bekijk het samen met de kinderen aan alle kanten en praat erover. Vraag wat kinderen zien en verwoord dit. Baby’s en dreumesen laat je spelen met het boek.Stap 2: demonstreren
Lees het verhaal voor en gebruik materialen, die in het boek voorkomen. Door dichtbij de letterlijke tekst te blijven, verrijk je de woordenschat nog meer. Boekentaal is immers anders dan spreektaal.Stap 3: verbreden
Tijdens deze stap ga je met de kinderen in op het verhaal. In het gesprek staat de verhaallijn en het verhaalbegrip centraal. Hebben de kinderen wel eens zoiets meegemaakt? Geef ze de ruimte om te reageren op het verhaal en op elkaar.Stap 4: verdiepen
Speel het verhaal samen uit. Kunnen we een andere afloop verzinnen en spelen? Wat kan er nog meer gebeuren? Richt een verteltafel in of speel het verhaal verder in een knusse themahoek. Ook de jongste kinderen kunnen spelen in de sfeer van het boekje.Bekijk Piramide materialen >